Column Ik geloof dat ik het niet weet

  

8 maart 2015

Amarja Bol

Ik geloof dat ik het niet weet 

Maandag is de tweede avond  van de serie “Wat geloven we eigenlijk”. De eerste avond bekeken we bestaande belijdenisteksten, zowel oud als nieuw. Voor de tweede avond is de opdracht om te proberen zelf een tekst te schrijven.

Geloven is iets anders dan weten. Ik geloof dat God bestaat is toch van een andere orde dan ik geloof dat het buiten weer droog is. Ik geloof dat God de wereld geschapen heeft is dan weer geloofstaal, want ik volg de wetenschap in haar ideeën over oerknal en evolutieleer. Ook al kan ik die theorieën niet altijd volledig bevatten.

De westerse cultuur is er één waarin de ratio dominant is. Wat dat betreft ben ik zeker een kind van mijn tijd. Voor mij betekent dit ook dat het spreken over geloven, zonder weten lastig is. Waar haal ik de juiste woorden vandaan of zou ik het in beelden of muziek moeten zoeken?

In gesprek met niet gelovigen merk ik dat zij van mij willen horen dat ik onderschrijf dat wat gelovigen beweren allemaal waar en bewezen is. Ik voel me soms voor een soort keus gesteld of je verdedigt de bijbel van kaft tot kaft als wetenschappelijk bewezen en bent een malloot of je zweert alles af en je behoort tot hun groep van verstandigen. Hoe leg je uit dat er naast geloven=wetenschappelijke waarheid ook zoiets als inspirerend geloven bestaat?

Ik heb een diaken gekend die nog wel eens wilde verzuchten; was ik maar fijn heiden gebleven! Ik zeg het haar in deze niet na. Ik hoop op inspiratie van de Geest en ik heb er vertrouwen in dat ik maandag een geloofsbelijdenis op papier heb. Ik verheug me op het gesprek over al onze pogingen en ervaringen om een belijdenis te schrijven.

Amarja Bol

 

 Reageren? e-mail:

 

Column Uitdaging

21 februari 2015

Henny Ridderikhof

Uitdaging

Ben ik als hulpverleenster in de wieg gelegd of is het willen helpen een gevolg van mijn protestantse opvoeding? In ieder geval stond dat wiegje wel in het Diaconessenziekenhuis (in Rotterdam). Ik denk dat de verpleegsters in 1965 nog wel protestants waren maar ook dat ze gewoon een CAO hadden en geen liefdewerk meer verrichten.  Wat in mijn jeugd nog “dankbaar werk” werd genoemd valt nu onder de “verspilling in de zorg”. Daarom had men mij op mijn werklocatie voor dit jaar alvast niet meer op de begroting gezet maar dankzij zo'n  CAO ben ik nog steeds lekker aan het werk. Nou ja, lekker. Als ik als spelbegeleidster denk te zien dat een van de kinderen op mijn werk mijn specialistische hulp nodig heeft mag ik dat niet zomaar geven. De vraag moet bij de cliënt vandaan komen, het liefst gesteld aan een keukentafel. Ja, de keukentafel, de plaats waar ik vroeger altijd te horen kreeg; kinderen die vragen worden overgeslagen. En nu worden kinderen die niet vragen juist overgeslagen. Grappig toch? Gelukkig hebben veel kinderen (maar niet alle) bij ons ouders of pleegouders en die mogen het dan ook vragen. Als de vraag eenmaal door de ouders van het kind is gesteld moet er eerst gekeken worden welke formule er bij het kind hoort. Dit is een combinatie van letters en cijfers die ik zelf niet kan ontcijferen maar gelukkig hebben we daar geleerde mensen voor in dienst. Als de formule ontleed is krijg ik een “go” of niet. Dit heeft helemaal niets met de urgentie of wellicht de overbodigheid van de gestelde vraag te maken, alleen maar met de financieringsvorm die uit de formule is komen rollen. Als ik een “go” krijg mag ik als professional een doel formuleren. Het doel moet natuurlijk SMART zijn want verspilling van belastinggeld ligt altijd op de loer. Maar omdat ik met kinderen werk die meerdere beperkingen (of uitdagingen) tegelijk hebben is dat soms best lastig en heb ik spijt dat ik geen dolfijnentrainster ben geworden: '”Flipper kan op 1 juni 2015 bij een watertemperatuur van 7,2 °C in het hoofdbassin 3 seconden een strandbal met een diameter van 51 centimeter op zijn snuit laten balanceren.” Ja, dat kan ik wel. Maar de kinderen waar ik voor werk hebben een empathische accepterende begeleidingsstijl en een gevoel van veiligheid nodig voor ze open staan voor het nemen van een klein volgend stapje in de ontwikkeling. En dat soort zaken zijn vaak lastig SMART te formuleren. Hoe vaak heb ik in mijn leven al te horen gekregen; “je moet wel veel geduld hebben voor dat werk”. Inderdaad.....u moest eens weten! Bij de kinderen kan ik dat geduld zonder moeite opbrengen. Maar geduld hebben met de regeltjesmakers, dat is voor mij dan weer een uitdaging!

Henny Ridderikhoff

Reageren? e-mail: 

Column Rekenen

 

28 december 2014

Robert-Jan Bakker

Rekenen

Over een paar dagen zal het weer even wennen zijn om het juiste jaartal te schrijven, al nemen ook daarbij machines ons werk uit handen. Veel rekenwerk voor het nieuwe jaar is al gedaan. Er begrotingen voor 2015 opgesteld met te verwachten inkomsten en wenselijke uitgaven. Koersen we aan op een tekort of een batig saldo? Op het kerkelijke erf met teruglopende ledenaantallen is het eerste meestal het geval.

Kunnen we ook ontkomen aan allerlei rekenwerk? Zijn we al over het hoogtepunt van het rationalisme heen? Of wordt het rekenen in de samenleving steeds erger, zelfs op gebieden die van oorsprong juist niet exact zijn? Schooljuffen en -meesters zitten, als de kinderen naar huis zijn, meer dan een uur getalletjes voor hen in te voeren. Gezondheidszorg is bijna hetzelfde als calculatie geworden. In de Protestantse Gemeente van Amsterdam kunnen we er ook wat van. Elke wijk-gemeente krijg in procenten nauwkeurig uitgerekend hoe groot de predikantsplaats mag zijn. Heel rechtvaardig, want voor alle delen van de stad worden dezelfde maatstaven gehanteerd. Merkwaardig blijft het wel, de zielzorg in pietje-precieze getallen uitgedrukt. Het Zuid- Afrikaans heeft een voorliefde voor woorden die aan de taal eigen zijn. Je neemt in een hoog gebouw niet de lift, maar de hijsbak. Op de werktafel staat een rekenaar en niet een computer. Die rekenaar is zo ongeveer overal onze baas geworden. Feilloos laat hij zien in welk jaar we straks zijn aanbeland. Misschien moesten we hem af en toe maar eens werkeloos laten staan en onze intuïtie aanspreken. Het jaartal kunnen we in de kortste keren onthouden. Het helpt dat het begon met de geboorte van een persoon. Aanmoediging om in het nieuwe jaar van onze Heer meer van personen dan cijfers uit te gaan?

R.J. Bakker

 

 

 Reageren? e-mail:

Column Kunst is therapie

 

 

14 december 2014

Jean-Paul Kruk

 Kunst is therapie

 

“Hij gebruikte kunst om van mij te houden en mij te helen.’’

Annie Nielsen over Chris Nielsen (acteur Robin Williams) in de film What Dreams May Come

 

Kunst ligt, soms letterlijk, op straat. Geïntegreerd in de publieke ruimte.  Vooral in de zomer. Van Juli-dans, het Vondelpark Openluchtheater  tot Oerol en de Parade. De Uitmarkt is de ouverture van het culturele seizoen. Maandenlang laven we onszelf aan muziek, zang, dans en theater. Kunst ontroert, raakt ons hart, diep in onze ziel. We kunnen bevangen zijn door schoonheid in haar puurste vorm:  het Stendhal syndroom. Een kunstwerk (ook levend: Paola, Amsterdam) kan ons intens beroeren. Net als muziek, een dans of een toneelstuk. Kunstenaars, dansers en acteurs tonen ons niet de werkelijk- heid, maar een aangepaste versie.  Ze vergroten (uit). Prikkelen onze fantasie en verbeeldingsvermo-gen. Kunstenaars spelen met ons brein, zorgen voor reuring in ons leven …

In het voorjaar-najaar 2014 was er, out of the blue, de verrassende  tentoonstelling Art is Therapy van de filosoof/auteur Alain de Botton, gastconservator met Joan Armstrong, in het Rijksmuseum, in Amsterdam. Een favoriet kunstwerk lijkt een stemming weer te geven, een idee te vangen of om je te leven aangenamer te maken.  De Botton nam een aantal  beroemde schilderijen  uit de Gouden Eeuw en de 20e eeuw  onder de loep.  In een serie ansichtkaarten beweert hij dat je een ansicht, als een deel van je innerlijk leven, aan een andere persoon kunt sturen.  De kaart brengt  je een ervaring  en leert je een les. Thuis en in de rest van ons leven , waar ze ook eigenlijk horen.  Een kunstwerk kan ons  emotioneren. Het kan ons echter ook troosten, net als het befaamde bakkie troost (tv-programma), koffie, na een uitvaart. Sterker nog, het kan ons in tijden van crisis, tegenslagen in ons leven,  genezen. Een wandeling door het museum kan je leven een beetje lichter maken.  Dit is een kans om de therapeutische kracht van kunst te ervaren. Beleving van kunst als therapie.  Net als liefde, compassie (zie mijn vorige column) en muziek  ‘helers’ kunnen zijn. Centraal in deze tentoonstelling staat niet (kennismaken met de) kunst, maar jezelf:  jouw ambities, jouw teleurstellingen,  jouw ergernissen en jouw verlangens. Daarover heeft kunst vaak specifieke en nuttige dingen  te zeggen. Werken aan je fysieke conditie in een fitnesscentrum lijkt echter voor sommige mensen een lagere drempel  dan aan je persoonlijkheid werken door een expositie in een museum te bezoeken. Cultuurbarbaren … Grapje! Iedereen in zijn, haar waarde laten … Fysiek fit zijn is een must!

Joep Dohmen , schatplichtig aan Nietzsche, gaat een stapje verder in zijn boek, met de notie Je leven als kunstwerk. Een levenskunstenaar slaagt erin zijn persoonlijkheid  tot een samenhangend karakter te ontwikkelen. Prototype? Goethe, die zichzelf schiep.  Dit boek sluit aan bij een hype, een trend, die zich onder senioren aftekent: het samenstellen van een zogenaamd Levensboek. Een mensenleven, persoonlijk en professioneel, in kaart gebracht.  Een zichtbaar souvenir aan iemands leven. Wat hij, zij heeft betekend, een “erfenis” voor zijn medemensen, hoogte- en dieptepunten, in woord en beeld. Teksten, verhalen, etc. gelardeerd met foto’s,  illustraties, enz. Mensen willen iets blijvends nalaten voor hun nabestaanden. Zo appelleren De Reὒnie en Het mooiste meisje in de klas, refererend  aan een  roemrucht schoolverleden,  en  Memories, een  tv-portret over vakantieliefdes, ook aan memorabele momenten uit het verleden  van mensen. Dementerende ouderen horen muziek uit hun jeugd.  Ze  vieren hun geluksmomentje. Naast een bezoek aan een tentoonstelling in een museum, kan  zo’n Levensboek mensen, helen.  Een liefdesbeleving, na een ’ trip on memory lane.’ Kunst is therapie!

Jean-Paul Kruk

 Reageren? e-mail: