Column Uitdaging

21 februari 2015

Henny Ridderikhof

Uitdaging

Ben ik als hulpverleenster in de wieg gelegd of is het willen helpen een gevolg van mijn protestantse opvoeding? In ieder geval stond dat wiegje wel in het Diaconessenziekenhuis (in Rotterdam). Ik denk dat de verpleegsters in 1965 nog wel protestants waren maar ook dat ze gewoon een CAO hadden en geen liefdewerk meer verrichten.  Wat in mijn jeugd nog “dankbaar werk” werd genoemd valt nu onder de “verspilling in de zorg”. Daarom had men mij op mijn werklocatie voor dit jaar alvast niet meer op de begroting gezet maar dankzij zo'n  CAO ben ik nog steeds lekker aan het werk. Nou ja, lekker. Als ik als spelbegeleidster denk te zien dat een van de kinderen op mijn werk mijn specialistische hulp nodig heeft mag ik dat niet zomaar geven. De vraag moet bij de cliënt vandaan komen, het liefst gesteld aan een keukentafel. Ja, de keukentafel, de plaats waar ik vroeger altijd te horen kreeg; kinderen die vragen worden overgeslagen. En nu worden kinderen die niet vragen juist overgeslagen. Grappig toch? Gelukkig hebben veel kinderen (maar niet alle) bij ons ouders of pleegouders en die mogen het dan ook vragen. Als de vraag eenmaal door de ouders van het kind is gesteld moet er eerst gekeken worden welke formule er bij het kind hoort. Dit is een combinatie van letters en cijfers die ik zelf niet kan ontcijferen maar gelukkig hebben we daar geleerde mensen voor in dienst. Als de formule ontleed is krijg ik een “go” of niet. Dit heeft helemaal niets met de urgentie of wellicht de overbodigheid van de gestelde vraag te maken, alleen maar met de financieringsvorm die uit de formule is komen rollen. Als ik een “go” krijg mag ik als professional een doel formuleren. Het doel moet natuurlijk SMART zijn want verspilling van belastinggeld ligt altijd op de loer. Maar omdat ik met kinderen werk die meerdere beperkingen (of uitdagingen) tegelijk hebben is dat soms best lastig en heb ik spijt dat ik geen dolfijnentrainster ben geworden: '”Flipper kan op 1 juni 2015 bij een watertemperatuur van 7,2 °C in het hoofdbassin 3 seconden een strandbal met een diameter van 51 centimeter op zijn snuit laten balanceren.” Ja, dat kan ik wel. Maar de kinderen waar ik voor werk hebben een empathische accepterende begeleidingsstijl en een gevoel van veiligheid nodig voor ze open staan voor het nemen van een klein volgend stapje in de ontwikkeling. En dat soort zaken zijn vaak lastig SMART te formuleren. Hoe vaak heb ik in mijn leven al te horen gekregen; “je moet wel veel geduld hebben voor dat werk”. Inderdaad.....u moest eens weten! Bij de kinderen kan ik dat geduld zonder moeite opbrengen. Maar geduld hebben met de regeltjesmakers, dat is voor mij dan weer een uitdaging!

Henny Ridderikhoff

Reageren? e-mail: