Column Tweetalig

19 januari 2020

Henny Ridderikhof

Tweetalig.

De geboorte van de Heiland is niet verkondigd, vertelde mijn moeder verontwaardigd over de kerstpreek in haar PKN kerk.. Nu zou ik natuurlijk de preek kunnen terug luisteren op internet om mijn eigen oordeel te vellen, maar daar gaat het niet om. Bovendien weet ik dat mijn moeder op het moment dat ze de tale Kanaäns spreekt geen tegenspraak duldt. Dat is altijd al zo geweest.

Ik ben de trotse bezitter van het Bijbeltje van mijn oma, mormor (moedersmoeder) zoals ze dat in het Zweeds zeggen. Nou ja, Bijbel. Eigenlijk zijn het de boeken "des nieuwen Testaments", Het boek van psalmen benevens enige gezangen (uit de berijming van 1773) en De Heidelbergse Catechismus, formulieren en gebeden bij de Gereformeerde Kerken van Nederland in gebruik. Prachtige taal. Stel dat wij van de liturgie commissie zouden verklaren dat we "met alle nauwkeurigheid hebben toegezien dat in deze nieuwe liturgie niets mogte voorkomen enigszins strijdig met de aangenoomene leer der PKN zoals die naar Gods woord in eeuwen oude stukken vervat is gelijk wij ook in gemoede verklaaren dat in deze liturgie niets gevonden wordt in het allerminste afwijkende van de bovengemelde eeuwen oude stukken 't welk wij getuigen met ondertekening onzer handen." Dan zou tegenspraak, laat staan evaluatie van de nieuwe liturgie, volstrekt ongepast zijn.

Amarja was, net als ik, een liefhebber van de tale Kanaäns. In maart 2018 zouden wij samen naar een bijeenkomst gaan met Franca Treur, waarin ze zou vertellen over haar boek "Hoor nu mijn stem" Helaas heb ik daar door tijdgebrek op het laatste moment van af moeten zien. Amarja is wel geweest, getuige een gesigneerd exemplaar van het boek dat ik tijdens het opruimen van haar flat in haar boekenkast vond. Ik heb het boek meegenomen en in een ruk uitgelezen. Het verhaal van het Ina die opgroeit in een zwaar gereformeerde omgeving in Zeeland en als student in Leiden al haar zekerheden ziet verdampen is zeer invoelbaar. Vooral het moment waarop ze belijdenis doet in de kerk van haar jeugd in aanwezigheid van nieuwe vrienden uit Leiden vond ik aangrijpend. De verwarring die zij voelt omdat er wel twee personen in haar lijken te wonen, een Zeeuws refomeisje én een Leidse studente psychologie, deed mij denken aan mijn moeder. Gelukkig weet ik door het taal- en stemgebruik van mijn moeder wie er aan het woord is én dus wanneer het niet de bedoeling is dat ik door vraag. Zij heeft mij immers tweetalig opgevoed.

 

Henny Ridderikhoff

 

Reageren? e-mail: