Column Een nieuw vergaderen in onze kerk

10 juni 2018

Robert-Jan Bakker

EEN NIEUW VERGADEREN IN ONZE KERK

Je vindt ze overal, in alle gemeenschappen en verenigingen, in dorp en steden, in landen en werelddelen tot aan de hoogste vergadering van de volkerengemeenschap in New York aan toe: vergaderingen. Samensprekingen van mensen die een gezamenlijk belang hebben en er de zin van zien om daar moeite en tijd aan te besteden. Ook in de kerk is vergaderen een vertrouwde gewoonte, ook al loopt niet iedereen daar warm voor.

Afgelopen week besteedde het dagblad Trouw aandacht aan de nieuwe bestuurlijke indeling die per 1 mei 2018 van kracht is geworden in de Protestantse Kerk in Nederland. Vanaf de hervorming zijn naburige plaatselijke geloofsgemeenschappen samengebracht in classicale vergaderingen. Het Latijnse woord classis betekent vloot. Een mooie beeldspraak die zegt dat geloven niet tot één plaats beperkt blijft. Besloten is om de 74 kleinere, regionale vergaderingen te laten opgaan in elf grote ressorten, die meestal met de provinciegrenzen samenvallen.Alleen niet in Gelderland en Zuid-Holland, omdat het aantal plaatselijke gemeentes daar te groot is.

De bedoeling is dat zo minder mensen in de kerk tijd hoeven te steken in vergaderen. Daar ligt ook meteen een van de zwaktes, want voortaan zullen niet alle lokale gemeenschappen een vertegenwoordiger in de classis hebben. Nieuw is ook dat iedere classis een vrijgestelde predikant krijgt die te vergelijken is met een bisschop, maar beslist niet zo genoemd mag worden. In de calvinistische traditie wordt immers niet bestuurd door eenlingen, maar door groepen mensen.

De tijd zal leren of die classis-predikanten zich kunnen ontpoppen als bazen, ook al is duidelijk vastgelegd dat zij in een collegiaal verband geplaatst staan. Of omgekeerd de vraag of zij, met zo’n leidende positie, wel genoeg bevoegdheden hebben. Nieuw is ook dat de plaatselijke gemeenten voortaan niet meer door een dominee en andere ambtsdrager samen worden ‘gevisiteerd’, maar dat de classis-predikant dit alleen gaat doen. Nog een reden om te betreuren dat deze nieuw weg is ingeslagen.

Ach, waarde lezer, ik zal de classis-oude-stijl niet ophemelen, want waar mensen samenwerken, zullen altijd de nadelen en minpunten zijn. We gaan avonturen hoe het bestuur in de nieuwe opzet zal verlopen. Met bevlogen beroepskrachten en kerkenraadsleden die vergaderen geen verspilde tijd vinden, maar er de zin van zien om met het schip van de kerk verder te kunnen varen door de tijd.

 

R.J. Bakker

 

 

 Reageren? e-mail: