Het zonlicht verdwijnt alweer snel. Traag kruipt de zon achter de horizon weg. Duisternis valt over de stad. Nog even en we bevinden ons in de donkere dagen voor kerst. Niet voor niets gedenken we in deze tijd van het jaar de mensen die overleden zijn.
Misschien voel je de kracht van het leven nooit zo sterk als wanneer je met de dood te maken hebt. De bloeitijd is krachtig en mooi, maar alleen de vergankelijkheid werpt licht op de ultieme waarde van het leven. Dit geldt voor de seizoenen van het jaar net zozeer als voor een mensenleven.
De kerk is een plek om daarbij stil te staan, en samen op verhaal te komen. Dat doen we door de namen te noemen van hen die ons zijn voorgegaan, aankomende zondag, op de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
Ten diepste geldt dit voor alle bijeenkomsten van de kerk: dat ze zijn bedoeld om op verhaal te komen, en te midden van de vergankelijkheid te zoeken naar steun en kracht. Waarom doen wij dit nog, na alle eeuwen kerkgeschiedenis? Waarom komen wij nog bij elkaar en houden we er niet mee op?
Omdat het leven niet voor niets kan zijn. Omdat er iets om voor te leven is. Omdat wij zoeken naar de zegen van God, en elkaar willen bemoedigen onderweg.